In Galerie Lytse Skientme in Koudum exposeren van 26 mei tot 2 juli 2022 Bowe Roodbergen (lichtobjecten), Elle Floris (abstracte foto’s) en Peter van der Baan (tekeningen). In deze expositie ontmoeten Amsterdam en het noorden van Friesland elkaar en staat abstractie tegenover het figuratieve. Overeenkomst tussen de kunstwerken is niet alleen het geduld waarmee ze gemaakt zijn, maar ook de intensieve manier van kijken die ervoor nodig was.
In atelier ElBow in het verre noorden van Friesland werkt zowel Bowe Roodbergen als zijn partner Ellen Floris aan hun kunst. Het was de gemeenschappelijke passie voor fotografie die ze, aanvankelijk in Groningen, bij elkaar bracht. Ze ontwikkelden zich tot twee totaal verschillende kunstenaars die elkaar inspireren. Fotograferen doet Bowe nauwelijks meer; hij maakt abstract-geometrisch werk, naast lichtobjecten. Deze laatste (wandlampen, lichtbakken) exposeert hij in Galerie Lytse Skientme.
Deze lampen maakt Bowe Roodbergen van natuurlijke materialen als papier en bamboe. Met vaste hand en engelengeduld snijdt hij geometrische, sobere en ritmische vormen uit het materiaal waardoor het licht kan schijnen. Subtiel en met oog voor detail en perfectie creëert de kunstenaar zo lichtobjecten die het midden houden tussen gebruiksvoorwerp en beeldhouwwerk.
Toen Ellen Floris aan de Friese waddenkust kwam wonen, was ze gelijk verslingerd aan dit indrukwekkende natuurgebied, dat ze vaak fotografeert. In Galerie Lytse Skientme hangen echter geen waddenfoto’s, maar detailfoto’s. Want ook abstracte fotografie heeft haar interesse. Reflecties en weerspiegelingen van glas en water, een wegroestend bootje, de zon die op een stapel hooibalen valt. De vormen en beelden die deze manier van kijken oplevert, vindt ze mateloos fascinerend. Want wat zie je nu eigenlijk? Ze blijft zich verbazen en verwonderen over zoveel verborgen schoonheid.
Ook exposeert Ellen Floris in Koudum een aantal van haar Juttertjes: kleine, vaak grappige en absurdistische sculptuurtjes die ze maakt van gevonden materiaal. De minimensjes uit de modelspoorwinkel zorgen voor een glimlach. Of een schaterlach.
Peter van der Baan (Amsterdam, 1958) tekent al vanaf het moment dat hij een potlood kon vasthouden. Hij werd op zijn 23e echter niet toegelaten tot de Gerrit Rietveld Academie, wegens ‘het ontbreken van een eigen stijl’. Door studie en werk – ruim 30 jaar in de ambulante psychiatrie – tekende hij jarenlang alleen bij vlagen. Na zijn pensionering heeft hij het tekenen weer opgevat en sindsdien werkt hij bijna dagelijks.
In eerste instantie werkte deze tekenaar met Rotringpennen en veelal in zwart-wit, de laatste jaren gaat hij aan de slag met fineliners en voornamelijk in kleur. Zo ontwikkelde hij toch een eigen stijl. Inspiratiebronnen zijn er vele, tonen onder andere postzegelseries of mannenkoppen – waarin zijn bewondering voor Carel Willink, M.C. Escher en Victor Vasarely soms is terug te vinden.

